Labels

zondag 1 november 2015

Lesvoorbereiding bozbezbozzel

Ik heb een tijdje geleden voor beeldend een fantasiedier met karton gemaakt.



Hierbij heb ik ook een lesvoorbereiding gemaakt.

Onderwijsdoel:

Betekenis:
Na deze lesactiviteit kunnen de kinderen inzien hoe je verschillende stukken karton aan elkaar kunnen krijgen zonder lijm of plakband.

Vorm:
De leerlingen leren om met een stanleymes te werken.
De leerlingen bedenken hoe ze met verschillende delen van verschillende dieren 1 dier kunnen maken.

Materiaal:

  • Grijs kartonnen vellen
  • Stanleymessen
  • Afbreek messen
  • Cirkelsnijder
  • Een bord om op te snijden
  • Een potlood

Beschouwing:
De kinderen weten met welk mes ze het beste de vorm die zij willen kunnen snijden. Ook kunnen de kinderen nu doormiddel van verschillende technieken het dier in elkaar zetten. Ze hebben geleerd dat dat kan door kleine sneetjes in het karton te maken.

Werkwijze:
De kinderen leren door gebruik te maken van hun fantasie en inzicht een dier in elkaar te zetten met stevig karton. De kinderen leren omgaan met verschillende soorten messen.

Onderzoek:
De kinderen maken dus een fantasiedier. Dit kunnen ze doen door meteen aan de slag te gaan en kijken waar ze uitkomen. Of ze kunnen eerst gaan schetsen en goed nadenken hoe ze alle stukken in elkaar kunnen zetten en vervolgens aan het werk te gaan.


Lesopbouw

Introductie:
Ik begin de les met verschillende plaatjes van verschillende dieren en vraag aan de kinderen welke dieren ze allemaal herkennen. Vervolgens laat ik zien hoe ze dieren kunnen combineren aan de hand van animaties.

Informatie:
Ik vertel de kinderen dat we nu zelf een dier gaan maken dat bestaat uit allerlei verschillende dieren. Ik leg uit dat we met verschillende soorten messen gaan werken dus dat iedereen heel voorzichtig moet zijn. Ik wil dat de kinderen na gaan denken over hoe ze alle verschillende delen aan elkaar willen koppelen zonder iets van lijm of plakband te gebruiken.

Instructie:
Ik laat de kinderen eerst zien hoe je met de verschillende messen werkt en waar je op moet letten. Daarna laat ik zien hoe je verschillende soorten vachten kan maken met de messen en het karton. Ik zeg dat er altijd gesneden wordt op de platen die daarvoor bedoeld zijn en dat je altijd van je af snijd.

Afsluiting:
Als afsluiting laat iedereen zijn of haar fantasie dier zien en evalueer ik hoe het bij iedereen ging, wat ze moeilijk vonden en hoe ze uiteindelijk alle aparte delen aan elkaar hebben gekoppeld en welke dieren ze allemaal kunnen herkennen. Daarna ruimt iedereen zijn of haar eigen gebruikte spullen.

Bozbezbozzel

Met beeldende vorming heb ik samen met Esmeralda Hoogendoorn een dier van kartonnen moeten maken. Maar dat dier, was niet zomaar een dier. Nee, het bestond uit verschillende delen van verschillende dieren dus bijvoorbeeld een hondenlichaam en een olifantenkop en eendenpoten.
Wij hadden een Roofneus, dat is een kruising tussen een roofvogel een een neushoorn.


Betekenis:

Deze opdracht was wel een uitdaging want je moest van karton een dier maken maar je mocht geen lijm gebruiken. Dus moest je alle stukken die je uit het karton sneed als een soort puzzel in elkaar zetten zodat het een geheel werd. Je kan vooral bezig met je fantasie maar het is ook handig als je wel een soort strategie hebt voor hoe je alles in elkaar laat passen. Wij hebben gekozen voor het hoofd en lichaam van een neushoorn en in plaats van poten hebben we het dier vleugels gegeven van een roofvogel.


Vorm:

Doordat wij een vliegend dier wilden maken moesten we iets verzinnen om hem ook op te hangen, daarvoor hebben we touw gebruikt. Het is natuurlijk wel lastig om van een vel karton een 3D figuur te maken dat vanuit alle kanten de juiste vormen had. 


Materiaal:


  • Grijs kartonnen vellen
  • Stanleymes
  • Cirkelsnijder
  • Afbreek mes
  • Een bord voor onder het snijden
  • Potlood
Ik had graag materiaal nog gebruikt om een huid van te maken aangezien hij nu erg kaal was.


Beschouwing:

Wij hebben ons laten inspireren door de roofneus. We wilden graag dat hij kon vliegen dus vleugels moesten sowieso gemaakt worden maar hoe gingen we verder met de rest van zijn lichaam. Daar zaten we nog wel even mee in de knoei. Aangezien we hadden al vrij snel een beeld hadden van hoe we het lijf wilden hebben. Allen toen kwam het lastigste, het uitwerken. Kozen we ervoor om het hoofd en het lichaam een geheel te maken of maakten we het hoofd en het lichaam apart en gingen we ze later aan elkaar koppelen. Wij hebben gekozen voor het laatste.

Werkwijze:

Ik had nog nooit eerder met karton iets gemaakt. Het was dus nogal een uitdaging voor me. Ik heb geleerd van een afbreek mesje en een cirkelsnijder is en ik heb geleerd hoe ik het beste losse delen karton aan elkaar kan verbinden.


Onderzoek:

Wij begonnen met het schetsen van alle delen die we nodig hadden, 2 vleugels, 2 lichamen en 2 hoofden voor het 3D effect. Naarmate we dit hadden uitgewerkt tekende we met potlood de vormen op karton. Ik sneed het lichaam eruit en Esmeralda het hoofd en de vleugels.


Toen we alles hadden uitgesneden was het tijd om van alle lossen delen een geheel te maken. Dat deden we door in totaal 3 extra rechthoekige karton stukjes ui te snijden en daar maakte we dan kleine sneetjes in waardoor ik de losse delen in elkaar kon schuiven. 





Lied aanleren

Voor muziek heb ik een les 'lied aanleren' gemaakt volgens het OMOKVAR model. Voor groep 7/8.

Ik heb het lied 'm'n tantes bloes' gebruikt hiervoor.

OMOKVAR model 


Ontwerp

De beginsituatie van de klas:
- De kinderen kennen het lied nog niet;
- De kinderen weten misschien niet wat alle woorden betekenen;
- De kinderen gaan waarschijnlijk al een beetje mee bewegen op de muziek;
- De kinderen hebben nog amper muziekles gehad.

Deze muziekles vind plaats in het klaslokaal

Na deze lesactiviteit kunnen de leerlingen het liedje uitzingen met eventueel de tekst nog bij de hand.

Muzikale Opening

Ik begin de les door het volgende gedicht voor te lezen
Mij tante is iemand
Waar ik op kan bouwen,
Zij is er altijd voor mij 
En haar kan ik vertrouwen,
Soms heb ik dingen waar ik allen met
Over wil praten,
En dat het onder ons blijf 
Kan ik me op verlaten.

Zij geeft mij het gevoel van 'thuis' te zijn 
En juist dat gevoel van welkom
vind ik zo fijn.

Ik kan haar alles vragen, 
niets is haar te min, 
Daarom is mijn tante een heel 
special vriendin.

Na dit gedicht laat ik ze het liedje horen en vraag ze wat er er overeen kwam. 
En wat ze hebben onthouden van wat er gebeurd in het liedje.

Kern

Ik deel de tekst uit van het liedje en laat ze het een keer doorlezen. Ik vraag of er nog moeilijke woorden in zitten en geef antwoord op eventuele vragen.

Ik leer dit liedje aan door de weggeef-methode. Dat houd in dat ik het eerste deel van het lied zing en dat de kinderen daarna samen verder gaan. Ik begin dus met de zin "En ik zal je wat vertellen van m'n tante d'r bloes". vervolgens zingen de kinderen "Die is gekrompen met vier maten, dat is niet voor de poes". Zo gaat dat het hele liedje door.
Vervolgens vraag ik hoeveel coupletten, refreinen en bruggen er in dit liedje zitten.

Verwerking 

Nu gaan we klassikaal het liedje twee keer zingen.
Nadat we het twee keer hebben gezongen vraag ik hoeveel coupletten, refreinen en bruggen ze denken dat er in dit liedje zit. Daarna zingen we hem nog een keer en als dat goed verloopt  kan ik proberen om het met een karaoke versie te proberen.

Afsluiting 

Als afsluiting gaan we gezamenlijk bij een paar woorden (bloes, heet, hoekie, kast, lacht) een beweging bedenken en dat verwerken we dan in het liedje. Dan zingen we hem nog een keer als laatst met de bewegingen erbij.

Reflectie 

Als laatste bekijk ik hoe de les is verlopen en kijk ik of er eventuele verbeterpunten waren. 

Luisteropdracht bovenbouw

Ik heb een luisteropdracht voor de bovenbouw gemaakt aan de hand van het stappenplan uit het boek 'Nieuw geluid'.

Ik heb het nummer 'Ludovico Einaudi - Fly' (de titelsong uit de film intouchables) gekozen, omdat ik bij dit nummer altijd veel verschillende beelden en emoties in mijn hoofd krijg en ik benieuwd was of dit stuk ook een beeld en/of emoties bij kinderen opbrengt.

1. Luister naar het muziekstuk

Betekenis: De betekenis bij dit stuk kan zijn de film als ze deze kennen. kinderen die hem niet kennen kunnen voor zichzelf invullen welke betekenis dit lied heeft.
Vorm: Er zit veel herhaling in dit stuk aangezien alles met de piano gedaan wordt en er een bepaalde toon steeds terug komt. Er zit niet veel variatie in maar wel veel contrast.
Klank: In dit stuk is de klankduur verschillend omdat sommige tonen lang duren en sommige zijn korter. Er zit zeker klankhoogte en klankkleur in. De klanksterkte is in het begin voornamelijk erg laag en wordt langzamerhand hoger.
Luisterstijlen:
- Analytisch: door te vragen, gaat het snel of langzaam?
- Motorisch: kan je hierop dansen?
- Creatief: maak een tekening bij dit muziekstuk.
- Sociaal: luister naar de muziek, wat hoor je?
- Musicerend: doe met je luchtpiano het muziekstuk na


2. Hoe luisteren kinderen hiernaar en wat kun je ze laten ontdekken

Ik denk dat de kinderen vooral creatief en musicerend naar dit stuk luisteren. Creatief omdat de kinderen waarschijnlijk een beeld of gevoelens erbij krijgen en misschien denken sommige kinderen aan de film die hier bijhoort. Door het creatief luisteren hoop ik dat ze kunnen ontdekken dat een piano deze muziek maakt. Musicerend omdat ik ervan uitga dat er waarschijnlijk wel een paar kinderen bij zijn die al hebben herkent dat het een pianostuk is en meegaan doen op hun doorzichtige piano of dat ze dirigent gaan spelen.

3. Welke opdracht kun je hieraan koppelen

De kinderen maken in hun groepje bewegingen op deze muziek. Ze moeten dus denken aan hoe snel ze de bewegingen maken en op wat voor manier. Het kunnen allemaal losse bewegingen zijn of een geheel van vloeiende bewegingen. Ieder groepje heeft daarin een vrije keuze. Met de bewegingen kunnen ze ook een soort boodschap meegeven of er een verhaal achter plaatsen. De kinderen mogen hierbij niet praten, Het gaat dus geheel om hun mimiek. Zodat de muziek beter tot zijn recht komt. Wat ze maken hoeft niet het hele nummer te duren het kan ook 1 minuut duren. Ligt aan hoe snel er gewerkt wordt in ieder groepje. Als ieder groepje klaar is kunnen ze het omstebeurt voor de klas laten zien.

4. Beschrijf wat de kinderen doen

De kinderen luisteren naar de muziek en proberen daar bewegingen bij te verzinnen. In hun groepje maken ze dan een reeks van bewegingen en mogen daarin al hun fantasie kwijt. De kinderen moeten dus goed overleggen en het goed noteren zodat ze het kunnen onthouden als ze het moeten uitvoeren.

5. Kies een didactische werkvorm 

De didactische werkvorm waar de kinderen mee bezig zijn is het verwerken van bewegingen op een muziekstuk.

6. Bekijk of je gebruik kunt maken van coöperatief leren

Hierbij kan je zeker gebruik maken van coöperatief leren, aangezien ze samen tot een geheel moeten komen en dus van elkaar kunnen leren door goed samen te werken.

7. Zorg voor een verrassende opening

Ik laat de kinderen een stukje uit de film zien waarin de co-hoofdpersoon danst op muziek die de andere co-hoofdpersoon niks vindt. Om zo te laten zien dat stijldansen niet de enige vorm van dansen is, maar dat je ook op andere manieren kunt dansen.



8. Bepaal hoe je de opdracht wilt na bespreken

Ik bespreek deze opdracht na door ieder groepje hun voorbereide stuk aan de klas te laten zien. Vervolgens vraag ik hoe de samenwerking verliep per groepje en vraag ik of ze iets geleerd hebben. Zo ja, wat hebben ze dan geleerd. En ik vraag of ze het leuk vonden of juist niet en waarom ze dat vinden.

9. Laat de opdracht uitvoeren en wat zijn de reacties

Ik heb mijn opdracht besproken met mijn moeder. Ze vond de gekozen muziek heel mooi en zelf heeft zij de film ook gezien. Ze denkt dat de leerlingen met deze muziek verschillende bewegingen kunnen maken. Ze is benieuwd of de leerlingen de bewegingen individueel uitvoeren waardoor het een geheel wordt of dat ze allemaal hetzelfde doen. Het is leuk dat de kinderen het aan elkaar laten zien omdat ze dan van elkaar kunnen leren.

10. Pas naar aanleiding van je bevinden de opdracht eventueel aan

Ik denk dat mijn opdracht op deze manier goed uitgevoerd kan worden. Ik zal er wel zijn als kinderen vragen hebben of vastlopen maar verder heb ik geen inbreng in hun stukjes.